ADHD en dopamine.

Dopamine en ADHD.

Wat is dopamine?

Dopamine is een neurotransmitter. Neurotransmitters zijn signaalstoffen om zenuwcellen met elkaar te laten communiceren.
De neurotransmitter dopamine is nodig om te leren en het geheugen optimaal te laten functioneren. Zonder dopamine kunnen we niet leren.

Hoe kunnen we er voor zorgen dat er extra dopamine wordt aangemaakt?

Er zijn twee belangrijke manieren om meer Dopamine aan te maken. De eerste is het ervaren van succeservaringen en de tweede manier is bewegen.

Meer dopamine door succeservaringen.

Succeservaringen zorg voor meer dopamine. Als de leerling succeservaringen heeft, zal er extra dopamine worden aangemaakt. Meer dopamine zorgt voor betere geheugenfuncties.

Succeservaring zijn belangrijk!

Het is dus belangrijk dat de leerling met plezier leert vanuit zijn talenten en mogelijkheden. Pas als een leerling in balans is, kunnen zijn geheugenfuncties optimaal werken!
Benut als leerkracht de talenten van de beelddenker.
Ontdek de juiste leeringang van een leerling. Pas dan kan de leerling zijn informatie goed verwerven en verwerken. Dit proces gebeurt dan vanuit zelfvertrouwen. Dit zorgt voor meer aanmaak van Dopamine. En Dopamine verbetert de geheugenfuncties.

Faalangst gebruikt juist dopamine.

Bij (faal)angst wordt er extra dopamine gebruikt. Dopamine is namelijk de grondstof voor adrenaline. Als er veel dopamine wordt gebruikt door de faalangst, zal er minder dopamine zijn voor de geheugenfuncties. De leerling kan dan de dopamine benutten voor de geheugenfuncties en niet kwijt raken aan faalangst.

ADHD en dopamine

Door bewegen meer Dopamine.

Bij beweging wordt er meer Dopamine aangemaakt. Laat kinderen leren vanuit beweging. Twee vliegen in één klap. Meer dopamine aanmaak door bewegen en betere denk-leer-processen door de samenwerking van de linker- en rechterhersenhelft.

De relatie tussen neurotransmitters Dopamine en ADHD?

Wat zijn neurotransmitters? Neurotransmitters zijn signaalstoffen om zenuwcellen met elkaar te laten communiceren.

Volgens Thomas E. Brown, een Amerikaanse ADHD-deskundige, wordt ADHD veroorzaakt door een regulatieprobleem in de hersenen. Bij ADHD blijkt onder andere de neurotransmitter dopamine slecht te functioneren. De neurotransmitter dopamine is nodig voor het geheugen.

Dopamine voor het geheugen.

De hippocampus maakt dopamine dat nodig is om informatie naar het langetermijngeheugen te sturen.

Wat is de hippocampus?

De hippocampus is een belangrijk hersengebied dat aan de onder/ voorkant van de slaap- of temporaalkwab ligt. De hippocampus is in beide hersenhelften aanwezig. De naam komt van het Griekse woord voor zeepaardje. Het heeft namelijk een gekromde vorm, die een beetje doet denken aan een zeepaardje.

Bij leren zijn verschillende hersengebieden betrokken.

Bij het waarnemen, verwerken en opslaan van nieuwe zintuiglijke informatie zijn verschillende hersengebieden betrokken. De belangrijkste hersengebieden die hierbij een rol spelen zijn de hippocampus, substantia nigra (oftewel ‘zwarte stof’) en de area tegmentalis ventralis.

Deze hersengebieden bevinden zich in de middenhersenen. De zenuwcellen van de verschillende hersengebieden communiceren met elkaar door middel van neurotransmitters. Dopamine is zo’n neurotransmitter (signaalstof). Zonder dopamine kunnen we niet leren.

Bij ADHD functioneert dopamine slecht.

Doordat bij ADHD de neurotransmitter dopamine slecht functioneert, kan informatie niet goed worden onthouden.

Dopamine en serotonine.

Twee belangrijke neurotransmitters binnen het autonoom zenuwstelsel.

Dopamine en serotonine zijn twee belangrijke neurotransmitters binnen de sympaticus en de parasympaticus. De sympaticus en de parasympaticus zijn onderdeel van het autonoom zenuwstelsel.

Dopamine speelt een belangrijke rol binnen de sympaticus en serotonine speelt een belangrijke rol binnen de parasympaticus.

Ons zenuwstelsel.

We kunnen ons zenuwstelsel verdelen in:

  1. het willekeurig zenuwstelsel
  2. het autonoom zenuwstelsel

Het willekeurig zenuwstelsel.

Het willekeurig zenuwstelsel stuurt denken, spreken, handelen en bewegen aan. We kunnen daar een grote mate van controle op uitoefenen.

Het autonoom zenuwstelsel.

Het autonoom zenuwstelsel bepaalt vele andere functies, zoals hartslag, ademhaling, ontlasting, zweten, blozen en spijsvertering. Deze functies gaan vrijwel automatisch en we kunnen hier niet al teveel invloed op uitoefenen.

Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit twee takken: de sympaticus en de parasympaticus.

Deze twee takken zijn van essentieel belang voor ons bestaan.

Wat doet de sympaticus?

De sympaticus is de tak die ons in staat stelt te overleven in levensbedreigende situaties, te vechten, te vluchten en te presteren. De stof die hierbij hoort is adrenaline en het sleutelwoord is: ACTIE!

De hartslag gaat sneller, de ademhaling gaat sneller, de spijsvertering staat even stil, het bloed trekt weg uit de huid en gaat voornamelijk naar de been- en armspieren en het hart.

De sympaticus zorgt voor aanpassing van het lichaam bij inspanning en stresssituaties door:

  • versnelling van de hartslag;
  • versnelling van de ademhaling;
  • stijging van de bloeddruk;
  • verhoging van de zweetproductie.

Wat doet de parasympaticus?

De parasympaticus is de tegenhanger van de sympaticus. Deze is verantwoordelijk voor herstel, reparatie, opbouw en rust. De hartslag wordt langzamer, de ademhaling wordt dieper en rustiger, de huid wordt doorbloed en de spijsvertering komt op gang. Het sleutelwoord voor de parasympaticus is: HERSTEL.

De parasympaticus zorgt voor het herstel door:

  • verhoging van de darm- en blaasactiviteit;
  • vermindering van de hartslag;
  • verlaging van de ademhalingsfrequentie;
  • daling van de bloeddruk.

Overactiviteit van sympaticus bij ADHD.

Bij ADHD is het activerende, het sympatische deel overheersend.

Door een overactiviteit van de sympaticus zijn de impulsen minder goed beheersbaar. Anders gezegd: het lichaam is in feite constant in staat van paraatheid. (vluchten of vechten) Dus bewegen!!

Belangrijk bij ADHD.

Laat een leerling met ADHD leren in beweging. Door beweging zal de dopamine aanmaak worden bevorderd. Omdat een leerling met ADHD zich veel in de sympatische activiteit bevindt, zal de leerling met ADHD aan zijn natuurlijke drang tot bewegen (vechten of vluchten) tegemoet komen.

Daarbij komt dat bij Leren in Beweging alle leeringangen worden benut.

Samengevat

Bij ADHD blijkt onder andere de neurotransmitter dopamine slecht te functioneren. Het is daarom belangrijk de situatie zo gunstig mogelijk te maken voor leerlingen met ADHD.

Dit houdt in:

  • Leren vanuit talenten en plezier om succeservaringen te bevorderen.
  • Leren vanuit beweging.

Op deze manier zal de dopamine aanmaak optimaal zijn. Pas dan kan een leerling met ADHD vanuit zelfvertrouwen tot leren komen!

Veel leer- en beweegplezier!

ADHD en dopamine

Anneke Bezem en Marjon Lugthart