Verkeerde feedback bevordert faalangst.
We zijn ons niet genoeg bewust wat het betekent om feedback op de juiste manier te geven. Met de juiste feedback ontwikkelt een kind zelfvertrouwen. Maar met het geven van onjuiste feedback bevorderen we faalangst!
Wat betekent feedback?
Feedback betekent reageren op wat iemand gezegd of gedaan heeft. Het moet duidelijk zijn dat ieder kind eigen talenten en tekortkomingen heeft. Het kind moet beseffen dat ieder mens uniek en waardevol is. Het is onder andere de taak van leerkrachten en ouders om het kind bewust te maken van zijn sterke, maar ook zijn zwakke kanten.
De manier waarop feedback wordt gegeven is heel belangrijk voor dit proces.
Hoe geven we de juiste feedback?
We kunnen feedback op een positieve en op een negatieve manier geven. De beide manieren zijn weer onder te verdelen in:
- taakgerichte feedback
- persoonsgerichte feedback.
Taakgerichte feedback mag zowel positief als negatief zijn. Maar persoonsgerichte feedback houden we positief om het kind vooruit te helpen.
Wat betekent taakgerichte feedback geven?
Het woord taak zegt het al. Taakgerichte feedback is een reactie geven die alleen gericht is op de gedane taak.
Wat bedoelen we daarmee? Laten we een kijken naar het voorbeeld van een opstel schrijven. De taak is dus Opstel schrijven.
Positief taakgericht zou kunnen zijn: `Dit opstel heb je goed geschreven.`
Negatief taakgericht op dezelfde opdracht is: `Dit opstel heb je niet zo goed geschreven, er zit niet een goede volgorde in het verhaal.`
Met bovenstaande negatieve feedback help je het kind inzicht te geven in zijn fouten. Ga daarna samen met het kind kijken hoe de taak anders kan! Op deze manier help je het kind vooruit.
Wat betekent persoonsgerichte feedback geven?
Persoonsgerichte feedback is een reactie die gericht is op de persoon zelf. Hoe snel zeggen we niet: `Je bent vervelend!`, terwijl we bedoelen: `Je gedrag is vervelend!` Dit zeggen we als een kind onacceptabel gedrag laat zien.
Deze persoonsgerichte feedback bevordert faalangst. Waarom? Het kind is niet vervelend, maar het gedrag van het kind is vervelend.
Het is dus beter om te zeggen: `Ik vind je gedrag vervelend!` Op deze manier maak je een opmerking over het gedrag en niet over het kind zelf.
Positief persoonsgericht feedback.
Een voorbeeld van positief persoonsgerichte feedback is: `Je bent altijd erg behulpzaam.` Er zijn altijd kinderen die graag helpen met plantjes water geven, boodschappen doen, de klas aanvegen… Benoem dan ook dit behulpzame gedrag. Dit geeft het kind zelfvertrouwen.
Evenwicht tussen positieve en negatieve feedback.
Probeer een evenwicht te vinden tussen positieve en negatieve reacties. Te veel negatieve reacties maken het kind onzeker met als gevolg de reactie: `Ik doe toch nooit iets goed!`.
Tegelijkertijd zetten te veel positieve reacties het kind onbedoeld onder druk, met als gevolg de reactie: `Ik moet het goed doen.`
Probeer negatieve persoonsgerichte feedback (zo veel mogelijk) te vermijden. Negatieve persoonsgerichte feedback ondermijnt het zelfvertrouwen en bevordert faalangst.
Veel zelfvertrouwen!