Signaleringslijst voor faalangst
Welke kenmerken zien we bij faalangst?
De onderstaande signaleringslijst geeft leerkrachten inzicht in mogelijke faalangst van een leerling. Hoe meer zinnen er worden aangekruist, hoe hoger de mate van faalangst.
Je kunt als leerkracht ook gebruik maken van de faalangsttest op de sterkerstaan site.
Wat zijn de algemene kenmerken bij faalangst?
- De leerling wil erg vaak weten wat de leraar van het door hem geleverde werk vindt en vraagt daar om.
- De leerling is snel uit balans wanneer de sfeer in de klas minder goed is.
- De leerling heeft er sterke behoefte aan dat anderen een positieve verwachting hebben over zijn functioneren.
- Bij nieuwe opdrachten is de leerling er vaak onzeker over hoe hij het moet aanpakken. Vaak kijkt hij eerst hoe anderen het doen.
- Wanneer nieuwe stof wordt uitgelegd, dringt niet of nauwelijks tot hem door wat er gezegd wordt.
- De leerling vertoont de uiterlijke reacties: stotteren, zweten, wiebelen met de benen, oppervlakkige ademhaling, schouders optrekken, friemelen.
- De leerling heeft last van innerlijke reacties als: hartkloppingen, droge mond, naar de wc moeten, buikpijn.
Kenmerken bij uitleg van de lesstof zijn:
- De leerling duikt weg achter een andere leerling als de leerkracht aan de hele klas een vraag stelt.
- De leerling gaat heel druk doen als de leerkracht zijn richting op kijkt.
- De leerling kijkt de leerkracht niet aan tijdens de uitleg.
- De leerling durft geen vragen te stellen over nieuwe stof.
- De leerling heeft er moeite mee de grote lijnen tijdens de uitleg vast te houden.
Welke kenmerken zien we bij contact met medeleerlingen?
- De leerling vermijdt contact met medeleerlingen en zoekt liever een grote groep op waarin hij zich kan verbergen.
- De leerling is overgevoelig voor kritiek.
- De leerling zoekt voortdurend steun bij medeleerlingen.
- De leerling durft niet te weigeren als iemand wat van hem gedaan wil krijgen.
- De leerling voelt zich onbehaaglijk in een situatie met ‘hoger geplaatsten.`
Wat zien we bij leerlingen met faalangst tijdens toetsen?
- De leerling begint later met werk dan de anderen.
- De leerling beweegt onrustig heen en weer.
- De leerling ziet er opgewonden uit.
- Bij een mondelinge overhoring dreunt de leerling een uit het hoofd geleerde tekst op, soms iets wat niet slaat op de gestelde vraag.
- Bij schriftelijke toetsen schrijft de leerling vaak een uit het hoofd geleerd antwoord op zonder dat kennelijk te begrijpen.
- De leerling stelt herhaaldelijk procedurele vragen en/of vragen over de opgaven.
- De leerling begint vaak met de moeilijkste vragen.
- De leerling raakt in de war als hij aan het eind van een proefwerk de gemaakte vragen controleert.
- De leerling heeft na afloop van een toets geen notie van hoe hij de toets heeft gemaakt.
Verder onderzoek naar faalangst
Als uit bovenstaande signaleringslijst blijkt dat de leerling mogelijk last heeft van faalangst is het aan te raden verder onderzoek te doen.
In het e-book STERKerSTAAN de spil bij faalangst staan veel tips en inzichten.
Albert Einstein zei het al:
`Wie nog nooit een fout heeft gemaakt,
heeft nog nooit iets nieuws geprobeerd`